Skip to main content

Via een parallelweg…

In de tijd dat Social Work studenten gestimuleerd werden om zich internationaal te gaan oriënteren werd het aanbieden van supervisie een probleem. Natuurlijk hadden supervisoren graag een ticket geboekt om, onder het mom van ‘werkbezoek’, na een werkdag met een cocktail in de hand op het strand de supervisante te bedanken voor haar internationale belangstelling. Maar, je raadt het al, dat zou een te dure vorm van onderwijs zijn.
De oplossing werd uiteindelijk: studenten die in het buitenland stage gaan lopen krijgen intervisie over de stageperiode zodra ze weer terug zijn in Nederland. Wij weten natuurlijk allemaal dat intervisie écht wat anders is dan supervisie. Maar goed, wat te doen?

Lang leve de technologische ontwikkeling en de mogelijkheid om via Skype supervisie te gaan geven? ‘Ja!’, riep ik meteen. Maar al snel stuitte ik op ‘weerstand’ binnen ‘Supervisieland’ en de ‘mitsen en maren’ werden niet met een korreltje zout genomen.

‘Is het wel écht supervisie? Hoe zit het met de non verbale communicatie, blijf je die ‘proeven’? Je moet toch in dezelfde ruimte zijn met elkaar?’
Het jeukte aan alle kanten, want; ‘gaan we écht iets doen dat we niet kennen?’
‘En wat zou dhr. Siegers daarvan vinden?’

Wat een genie, meneer Siegers. Al hebben mijn klasgenoten en ik binnen de opleiding de supervisiebijbel wel eens zuchtend opengeslagen. Maar eerlijk is eerlijk. Hij heeft goede, gedegen wegen aangelegd! Toch gaat er door mijn hoofd: ‘De gebaande wegen zouden ook wel eens doodlopende straatjes kunnen worden als we niet meegaan in de maatschappelijke ontwikkelingen.’ In dit geval werd het voor studenten die in het buitenland stage gingen lopen onmogelijk om supervisie te ontvangen.

Online begeleiding… ondanks de ‘wegversperring’ nam ik deze afslag en na wat hobbels op de weg kan ik nu vol overtuiging zeggen: ‘Laten we waar nodig is en kan van de gedegen hoofdweg af gaan en een parallelweg nemen. Het doel, de reis van A naar B, blijft immers dezelfde.’ Met de hoofdweg als fantastische basis, gelegd door vele grootheden op supervisiegebied in het verleden.

Wij rebellen doen het misschien net even iets anders.
En leert ons niet dat vele rebellen (kijk naar Einstein bijvoorbeeld), de grondleggers zijn geweest van nieuwe gedegen paden?

Ik daag jullie uit om de parallelweg eens te nemen… Fijne ontdekkingsreis!

Op afstand toch nabij

Trrrring… Ergens in Amerika gaat een wekker. In Georgia, Atlanta om precies te zijn. 7.00 uur. Tijd om op te staan. Lekker ontbijten en over een uurtje begint de supervisiebijeenkomst met Evelien uit Nederland. Tijdens m’n kop, uit Nederland opgestuurd gekregen Douwe Egberts, koffie en een broodje lees ik voor de laatste keer de reflectie en werkinbreng van Evelien door. Wat heeft ze mooie inzichten opgedaan en ik ben benieuwd wat er vandaag komen gaat. Boeiende inbreng! Vol verwachting start ik mijn computer op en zie het Skype-icoontje. Om 8.00 uur bel ik haar op en na een paar kiestonen zie ik het bekende gezicht van Evelien in haar appartement op mijn beeldscherm verschijnen. ‘Goeiemorgen’ zeg ik enthousiast. En meteen besef ik dat ik een ‘grote fout’ bega. In Nederland is het zes uur later en dus 14.00 uur! Typisch een gevalletje van ’toch niet goed voorbereid, teveel in mijn eigen wereld.’ Als supervisor is mijn grootste uitdaging mijn hoofd voor een sessie helemaal leeg te maken zodat ik me, zodra iemand het kantoor in stapt of via het beeldscherm verschijnt, goed kan verbinden met de ander.

Evelien kan er om lachen en na de ‘Hollandse koetjes en Amerikaanse kalfjes’ gaan we de diepte in. Van een cliënt die ontzettend in haar allergie zit naar het besef wat het gedrag van haar eigen moeder met haar gedaan heeft en nog steeds doet. Ze wordt geraakt door een vraag van me. De stilte hoor ik, het vocht in haar ogen zie ik een traan worden en biggelt van haar wang. Haar emotie voel ik. Ik laat het er zijn.

Het tranenspel is snel voorbij, maar de stilte blijft bestaan. Na een poosje vraag ik: ‘Wat gaat er nu door je heen?’ Ze kan die vraag beantwoorden en met behulp van woorden gaan we verder. Een gevoelige snaar is geraakt, ze stond er bij stil, kan er woorden en betekenis aan geven, puzzelstukjes worden gelegd en ze neemt een besluit. Ze gaat een stap zetten richting haar moeder, maar weet nu ook hoe ze haar cliënt zou kunnen benaderden.

Tijdens het evaluatiemoment vraag ik haar: ‘Hoe heb je deze bijeenkomst ervaren?’ Een van de dingen die ze me teruggeeft is: ‘En weet je wat ik zo fijn vond? Dat ik hier in mijn eigen kamer was, me voor mijn gevoel terug kon trekken, het was heel even of jij er niet was.’

Ze gaf aan dat als we ‘face to face’ bij elkaar hadden gezeten ze zich veel meer bewust van mij was geweest en ze zich ging aanpassen aan mij. Ze zou bijvoorbeeld eerder weer gaan praten.

Ik vind het mooi dat ze in haar eigen vertrouwde omgeving alle ruimte had om dicht bij zichzelf te blijven. Het van haar kant uit even ‘figuurlijk verbreken van verbinding’ heeft haar veel opgeleverd. Aan mij de taak natuurlijk om de verbinding weer te maken en te vragen naar wat er gebeurt. Als bonus ontdekte Evelien tijdens de evaluatie een nieuw thema om te gaan onderzoeken; ‘aanpassen aan de ander versus eigen ruimte innemen.’

Ik ben enthousiast over supervisie via Skype, mits letterlijk de technische verbinding goed is. Als dit zo is, kun je figuurlijk de verbinding maken en goede begeleiding bieden.

Rest mij alleen nog te onthouden dat de hanen in Amerika op een ander tijdstip kraaien dan de Nederlandse types…

 

Even schakelen

Heerlijk, even verdwijnen in een tijdschrift bij het zwembad waar nooit iemand zit of zwemt. Genieten van het feit dat ik na een ochtend hard werken vanuit mijn praktijk hier in Amerika eigen baas ben en mezelf als beloning een paar uurtjes ‘vrij’ geef. Temperatuur kan niet beter. Niet te warm, niet te koud. Ik verdwijn in het blad en lees, toeval of niet, net over hoe fantastisch het kan zijn even niets te moeten, genieten van hét moment en het o zo happy kunnen zijn in je eentje op een plek die jou bevalt. Dit is zo’n moment en ik zit er helemaal in.
Dan hoor ik het hekje dichtklappen. Een ‘kwieke’ zestiger betreedt het terrein. Van de zo’n 40 ligstoelen kiest hij heel netjes niet de ligstoel naast me, maar die daarnaast. Duidelijk. Zin in een praatje dus. Hij haalt een blikje bier tevoorschijn, neemt een slok en verontschuldigt zich verschrikt. ‘I have another beer, would you like one?’ ‘No thanks’,  zeg ik terwijl ik hem een vriendelijke glimlach schenk. Hup, weer terug in ‘hét moment’…
Dat lukt me niet helemaal. Na een paar minuten begint de zestiger namelijk over het weer. Dat is dus blijkbaar universeel. Ach, ook zo onfatsoenlijk om niets terug te zeggen. Schijt dan aan ‘genieten van het moment’. Dat komt een andere keer wel weer. En zo doe ik m’n best in het Engels een ‘small talk’ te houden. Als ik er even niet uitkom zeg ik; ‘Sorry, my English is not so good’ en ach wat fijn… Hij stelt me gerust. ‘My Dutch is terrible, not so good as your English. Van het weer, naar ons werk en onze hobby’s. En ineens gaat de ‘small talk’ over in de grotere vragen des levens doordat hij simpel vraagt: ‘Do you have kids’? Om geen ingewikkelde verhalen te hoeven houden en er met een grapje vanaf te komen zei ik: ‘No kids, but our bikes nearly have names’. Hij begint enthousiast te vertellen over zijn 5 vissen die namen hebben. En dat hij op dit moment met Pete leeft. Zijn auto. Hij vraagt me welke naam ik mijn bike zou geven. Een geweldige vraag en echt eentje om eens even over na te denken. ’Volgende keer als ik je zie, heb ik een naam bedacht’ zeg ik. Maar nee, daar neemt hij geen genoegen mee. ‘Welke kleur heeft je fiets’? Ik onthul die gegevens en jawel, meteen rolt daar een naam over zijn lippen. ‘Daisy, your bike should be a Daisy!’ zegt hij met een big smile.
Ik moet lachen en besef me ineens; ‘genieten van hét moment’ kan ook met z’n tweeën.